Afgelopen zaterdagmiddag waren de leerlingen van muziekschool Hetty Koelewijn te gast in ‘de Kandelaar’ in Amersfoort. Gastheer daar was de enthousiaste organist van de kerk, Peter Sneep. Hij liet de leerlingen het mooie Leeflangorgel zien, horen en ervaren. Ook pianotechnicus Stefan van der Nagel wist met zijn gedetailleerde uitleg over de vleugel de leerlingen te boeien. Interessante technische weetjes, goede uitleg en daarna zelf musiceren waren de ingrediënten voor een geslaagde muzikale middag.
‘Waarom zouden hier nog pijpen achter zitten?’ Peter Sneep is op de orgelbank gaan staan. Hij wijst halverwege de grote frontpijpen van het orgel. ‘Waarom zou de orgelbouwer een register met de naam Cornet op zo’n gekke plek maken?’ Hij stelt zijn vraag aan veertien orgel- en pianoleerlingen van Muziek- & Zangschool Hetty Koelewijn uit Bunschoten. Zij bezochten afgelopen zaterdagmiddag kerkgebouw De Kandelaar, waar Sneep organist is. De excursie is het jaarlijkse hoogtepunt voor de leerlingen van de zang- en muziekschool.
De leerlingen hebben geen idee. Sneep legt uit. Hij gaat op een stoel naast het orgel zitten. ‘Kijk, als ik dominee was, en ik zou vanaf deze plaats mijn preek moeten houden, dat verstaan weinig mensen mij. Maar als ik op de preekstoel ga staan, kan iedereen mij verstaan. Zo is het ook met de Cornet. Het register is bedoeld om een melodie goed te laten horen. Daarom maken orgelbouwers zo’n register hoog in het orgel, zodat het geluid ervan op alle plekken van de kerk te horen is.’ Hij nodigt de leerlingen uit een kijkje in het orgel te nemen. ‘Kijk maar eens of je die hoge pijpen kunt zien staan.’
Sneep laat alle vijftien registers van het orgel een voor een horen. ‘Ze klinken allemaal verschillend en juist daarom is het zo leuk ze op allerlei manieren te combineren. Dat is net als met ijsjes. In de vitrine van een ijswinkel heb je in bakken allemaal verschillende soorten ijs in allerlei kleuren. Je kunt één bolletje nemen, maar ook de smaken combineren.’
Gastheer Peter Sneep (53) is oud-leerling van de muziekschool van Hetty Koelewijn. ‘Ik heb veel van haar geleerd’, vertelt hij. ‘Bijvoorbeeld dat je stromend moet spelen en dat je tijdens het spelen economisch met je energie moet omgaan.’
Tijdens het twee de deel van de excursie krijgt Stefan van der Nagel het woord. Hij vertelt over de voorgeschiedenis van de moderne piano. Rond de veertiende eeuw bestonden er al snaarinstrumenten met een klavier, zoals het clavichord. Het klavecimbel werd populair rond de 17e, 18e eeuw. Deze instrumenten waren niet gevoelig voor de aanslag waardoor iedere toon even hard klonk. Er werd een oplossing gevonden door de snaren te laten aanslaan door hamers van leer zodat de bespeler hard en zacht kon spelen. Tegenwoordig worden de koppen van de hamers met vilt bekleed. Na de historische achtergrond te hebben leren kennen, mogen de leerlingen ook hier het binnenste van het instrument bewonderen. Ze zijn onder de indruk van de zangbodem die de trilling van de snaren omzet in geluidsgolven. Dikke, dunne, enkele en dubbele snaren, een zwaar gietijzeren frame, stemblokken, stempennen, een ingenieus mechaniek. Stefan vertelt er met liefde en vakkennis over.
Tenslotte mogen de leerlingen op het orgel en ook op de vleugel in de kerk spelen. Er klinkt allerlei muziek. Beginners en gevorderden spelen voor en luisteren naar elkaar. Sfeervolle muziek van Einaudi klinkt na een preludium van Clementi, psalmbewerkingen afgewisseld met een Barcarolle, een Iers liedje en een cowboyliedje uit de oefenboeken, het mooie ‘Ik zal er zijn’ van Sela enz.
Hetty Koelewijn moedigt de pianoleerlingen aan om ook het orgel te proberen. Een aantal doet dat. Het valt nog niet mee. ‘Het is heel anders. Je kunt je vingers niet zo snel bewegen op een orgel, omdat je de toetsen zo diep moet indrukken’, zegt een van hen. Dat de echte piano een snaarinstrument is en een kerkorgel een blaasinstrument is voor de meeste leerlingen nieuw. Ze hebben het nu gehoord, gezien en ervaren. Met frisse kennis en muzikale inspiratie gaan ze naar Bunschoten terug.